Natuurwaarden van een boomgaard
Een hoogstamboomgaard met oude fruitrassen is belangrijk voor het behoud van deze rassen, maar ook voor de natuur. Allerlei dieren vinden hier voedsel en een plek om te schuilen of nestelen.
Meer dan bomen en gras
Eén van de boomgaarden in terreinen van Het Flevo-landschap is te vinden in Noorderwold-Eemvallei. Hier is een boomgaard met oude hoogstam fruitrassen aangeplant. Er staat een mix van soorten appel, peer, kers en pruim. Doel is het behoud van oude fruitrassen, vergroting natuurwaarden en extensieve fruitproductie.
De natuurwaarden van een hoogstamboogaard – een combinatie van bodem, kruidlaag en bomen – zijn groot. De bomen bepalen het microklimaat. Een hoogstamboomgaard biedt een schuilplaats, nestelplaats en voedselbron voor kleine zoogdieren (muizen, marters, vleermuizen) vogels, reptielen, amfibieën en insecten.
Broedvogels
De bekendste broedvogel van de boomgaard is de steenuil, maar ook de hop, grauwe vliegenvanger, kleine bonte specht en ringmus maken graag gebruik van de holtes in oude fruitbomen. Op een appelboom kunnen tientallen verschillende insectensoorten leven. De bloeiende fruitbloesem zorgt voor nectar voor diverse soorten insecten.
Maretak en schijtlijster
Opvallende gast in een aantal appelbomen van de boomgaard in Noorderwold-Eemvallei is de maretak (Viscum album), ook wel misteltoe of vogellijm genoemd. Dit is een halfparasiet. Dat betekent dat deze wel water en de daarin opgeloste mineralen van haar gastheer aftapt, maar komt via fotosynthese zelf aan haar benodigde energie. De inheemse maretak voelt zich in appelbomen uitstekend thuis.
Maretak is tweehuizig. Dat wil zeggen dat de mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten bloeien. De bloemen produceren nectar en stuifmeel waarop verschillende insecten graag vliegen. Alleen de vrouwelijke plant draagt witte bessen. Een aantal vogelsoorten is dol op deze bessen, zoals de lijster. Na vertering poept de lijster de zaden weer uit. Maar de bessen zijn erg plakkerig. Lijsters kunnen dan ook rondvliegen met een sliert bessen uit hun poepgat: de schijtlijster.
Behoud oude fruitrassen
Oude fruitrassen hebben een cultuurhistorische waarde. Behoud van dit genetisch materiaal is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Het genetisch materiaal van oude rassen kan zeer nuttig zijn bij de ontwikkeling van nieuwe productierassen. Dit lukt dus alleen als je oude rassen bewaart. Elk (oud) ras heeft namelijk zijn eigen smaak, tijd van rijping, houdbaarheid en gebruik.
Hoogstam of laagstam
Vanuit moderne productie zijn hoge eisen gesteld aan bijvoorbeeld de opbrengst, houdbaarheid, oogsttijd, de duur van de oogst (alles in een keer rijp zodat je in één keer de boom leeg kunt plukken). Daarom zijn bijvoorbeeld ook laagstamrassen ontwikkeld. Veredelaars proberen alle gewenste eigenschappen zoveel mogelijk in één ras in te brengen. Oude rassen voldoen niet aan die optelsom van (nieuwe) eisen, en raken daardoor in de vergetelheid. Van iedere specifieke boom is dan ook de variëteit in een database vastgelegd, inclusief gps-locatie.
De verwachting is dat de fruitproductie in de boomgaard laag blijft. Een deel zal ook aan de boom blijven hangen of er vanzelf afvallen als voedsel voor dieren. Het overige fruit belandt veelal in sap of jam, voor verkoop via onze bezoekerscentra.