Beheerplannen

Hieronder vind je de beheerplannen per gebied en thema.

Bijenkasten in terreinen van Het Flevo-landschap
Behoud en bescherming van biodiversiteit is een hoofddoelstelling van Het Flevo-landschap . Dit betekent dat wij geschikt leefgebied bieden voor insecten. Insecten zijn essentieel voor de balans binnen ecosystemen en als voedsel voor vele soorten hoger in de voedselketen.

In Nederland leven circa 359 soorten bijen. Eén hiervan is de bekende honingbij. Deze komt in Nederland niet meer in het wild voor en wordt door imkers gehouden en verzorgd in bijenkasten. De sterk verhoogde sterftecijfers van honingbijen zijn de laatste jaren weer gedaald tot normale waarde . Desondanks hebben de overige bijensoorten, de ‘wilde bijen’, het moeilijk in Nederland; 181 soorten staan op de Rode Lijst (2018), dat is 55% van het aantal beschouwde soorten. 46 soorten zijn inmiddels verdwenen uit Nederland en de trend is significant negatief . Meerdere soortgroepen laten een vergelijkbare trend zien . Opschaling van de landbouw en vermesting en daardoor ontstane ‘bloemarmoede’ (voedselarmoede), maar ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen worden genoemd als oorzaken . Verschillende onderzoeken tonen aan dat er meer wilde bijen, zweefvliegen, gewone vliegen en vlinders in een natuurgebied leven naar mate het aantal honingbijen dat er rondvliegt lager is.

Beleidsregel
In de natuurgebieden die wij beheren, zijn bijenkasten in principe niet welkom omdat ze door overbegrazing zorgen voor lagere aantallen wilde bijen en andere insecten.

Bovenstaand beleid is jaarrond van toepassing. Op deze beleidsregel hanteren wij twee uitzonderingen:

1. Bijenkasten voor bestuiving van het gewas
Het Flevo-landschap beheert ook natuurrijke akkers, waarbij wij staan voor het stimuleren van duurzame voedselproductie (o.a. biologisch, natuurinclusief). Op bepaalde momenten kunnen hier grotere oppervlaktes gewas gelijktijdig in bloei staan, waarbij ‘te veel’ voedsel aanwezig is voor de aanwezige insecten. Indien het inzetten van extra bestuivers hier nodig is voor bestuiving van het gewas, staat Het Flevo-landschap achter het (zorgvuldig) inzetten van bijenkasten. Zorgvuldig betekent dat in goed overleg een aantal bijenkasten wordt geplaatst, waarbij de aantallen honingbijen zodanig beperkt zijn, dat er voldoende ruimte is voor de wilde bijen en andere insecten.

2. Bijenkasten ten behoeve van educatie
Het Flevo-landschap vindt het betrekken van mensen bij natuur van essentieel belang en vindt het in dat kader ook belangrijk om over de diversiteit en achteruitgang van wilde bijen en andere insecten te vertellen. Honingbijen kunnen we op een actieve, aantrekkelijke manier aan het publiek laten zien en hierbij vertellen over leefwijze en gedrag, haar rol binnen voedselteelt, en over de verschillende bijenproducten. Hiermee vormt de honingbij een aansprekende basis om het belangrijke, bredere verhaal over de wilde bijen en andere insecten te vertellen. Met zorgvuldigheid voor biodiversiteit als uitgangspunt staat Het Flevo-landschap nabij de bezoekerscentra bij Schokland en het Natuurpark achter het inzetten van bijenkasten voor educatieve doeleinden. Hierbij worden regelmatig excursies verzorgd door de imker, waarbij eerder genoemd verhaal uitgedragen wordt. Uitgangspunt hierbij is maximaal vier bijenkasten per locatie, om te zorgen dat het rendabel is voor de imker, maar eventuele overbegrazing minimaal.

We werken alleen samen met imkers die bijen laten overwinteren op eigen honing, alleen bijvoeren indien noodzakelijk en zoveel mogelijk met eigen honing. Daarnaast is het gebruik van chemische middelen in de behandeling tegen ziekten en plagen ongewenst.

BKO, 2020

__________________________________

1 Statuten Flevo-landschap, 2006.
2 CBS, PBL, RIVM, WUR (2017). Bijensterfte in Nederland, 2006 – 2017 (indicator 0572, versie 04 , 8 juni 2017 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.
3 Reemer, M. (2018). Basisrapport voor de Rode Lijst Bijen. Leiden, Nederland: EIS Kenniscentrum Insecten.
4 Kleijn, D., R.J. Bink, C.J.F. ter Braak, R. van Grunsven, W.A. Ozinga, I. Roessink, J.A. Scheper, A.M. Schmidt, M.F. Wallis de Vries, R. Wegman, F.F. van der Zee en Th. Zeegers (2018). Achteruitgang insectenpopulaties in Nederland: trends, oorzaken, en kennislacunes. Wageningen, Wageningen Environmental Research, Rapport 2871.
5 EIS Kenniscentrum Insecten (2019). Oorzaken achteruitgang wilde bijen. http://www.bestuivers.nl/bedreiging/oorzaken; Biesmijer, J.C. (2012). Oorzaken van de achteruitgang van wilde bijen in Noordwest-Europa. Nederlandse Entomologische vereniging, Entomologische berichten 72 (1-2): 14-20.
6 Spek, E. van der (2010). Honingbijen en wilde insecten samen in natuurterreinen. Vakblad Bos, Natuur en Landschap, juni 2010.
7 Flevo-landschap (2014). Beleidsplan: Gezonde natuur in een levend landschap.

In 2016 is het beheerplan voor het Greppelveld vastgesteld.

Het Greppelveld is een middelgroot natuurgebied. Het ligt in Oostelijk Flevoland, ingeklemd langs de Drontermeerdijk en de Elburgerweg. In de overwegend beboste randmeerzone geven de vochtige graslanden afwisseling en openheid. In het Greppelveld ligt een voor Flevoland belangrijk cultuurhistorisch element namelijk het “havenhoofd Elburg”.

Het Greppelveld bestaat uit vochtig grasland, water en houtsingels. Het samenspel van vochtig grasland en overgangen naar struweel bepalen de natuurwaarden van het gebied. Het beheer zal zich de komende jaren richten op het optimaliseren van deze waarden. Daardoor zal het leefgebied van weide-, struweelvogels, vlinders en libellen verbeteren. Voldoende water en geleidelijke overgangen van water naar land en van gras naar bos zijn daarvoor essentieel. Het beleven van cultuurhistorie en landschap vinden we als Flevo-landschap erg belangrijk. Daarom onderhouden we het havenhoofd Elburg en de lijnvormige elementen als sloten en greppels.

De komende jaren zal er verder hydrologisch onderzoek plaats vinden, worden houtsingels aangeplant, langs sloten plasbermen aangelegd, zal een deel van het grasland worden begraasd en zal op termijn een struinroute worden aangelegd.

Heeft u vragen of wilt u reageren? Mail dan naar info@flevolandschap.nl.

In 2016 is het beheerplan voor het Wilgenbos, het Wilgeneiland en de Verbindingszone vastgesteld.

Het Wilgenbos en Wilgeneiland is een middelgroot natuurgebied. Het ligt in Zuidelijk Flevoland, langs de Oostvaardersdijk. Het bestaat uit drie delen (van zuid naar noord): het Wilgeneiland, het Wilgenbos en daarbij gevoegd de Verbindingszone Oostvaardersplassen-Lepelaarplassen.

Het Wilgenbos en -eiland is een bijzonder stukje Flevoland. Het vormt een belangrijke schakel in de Natte As omdat het twee belangrijke moerasgebieden verbindt: de Lepelaarplassen en de Oostvaardersplassen. Het grootste deel van het gebied heeft zich volledig spontaan en natuurlijk ontwikkeld. Het is ook een belangrijke recreatieve schakel in de verbinding tussen Almere en het Markermeer. Het ligt op een landschappelijk interessant punt door de imposante aanwezigheid van een aantal waterstaatswerken met een relatie tot de inpoldering: Oostvaardersdijk, werkeiland Oostvaardersdiep, Hoge en Lage Vaart, gemaal De Blocq van Kuffeler, sluizen.

Vanuit Bezoekerscentrum ‘De Trekvogel’ worden veel educatieve activiteiten aangeboden. In de Verbindingszone is een ringstation aanwezig waar al ruim veertig jaar vogels geringd worden voor wetenschappelijk onderzoek.

De komende jaren zal in de zone langs de dijk waarschijnlijk moerasherstel plaatsvinden.

In de bossen vindt geen natuurbeheer plaats om de natuurlijke ontwikkeling niet te verstoren.

Natuurlijk ogende, maar goed begaanbare paden zorgen samen met voorzieningen (bankjes, kijkschermen) voor een aantrekkelijk gebied om de natuur te beleven.

Hebt u vragen of wilt u reageren? Mail dan naar info@flevolandschap.nl.

In januari 2016 is het nieuwe beheerplan voor het Observatorium Robert Morris vastgesteld.

Het Observatorium is het oudste landschapskunstwerk in de provincie. Het kunstwerk functioneert als zonne-vizier. Dit betekent dat het Observatorium voor de mens goed toegankelijk moet zijn om de zons- op en ondergangen waar te kunnen nemen. Ook het kunstwerk zelf moet in goede staat worden gehouden en de doorzichten (vanuit de vizieren) moeten open blijven.

Het Flevo-landschap wil het kunstwerk ook voor generaties na ons behouden. Behalve het behoud van het kunstwerk, moet deze ook aantrekkelijker worden om te bezoeken. Dit is in overeenstemming met het gedachtengoed van Robert Morris. Het kunstwerk moet namelijk stimuleren tot het waarnemen van de omgeving (lopen, kijken).

Om dit te kunnen realiseren, moet het kunstwerk en het omliggende gebied goed onderhouden blijven. Dit doen wij bijvoorbeeld door de aarden wallen te herprofileren, de wateroverlast op het maaiveld aan te pakken en de greppels uit te diepen.

Ook moet de bezoeker worden uitgedaagd om een kijkje te gaan nemen. Dit doen wij door het terrein zo in te richten dat de bezoeker vanuit een donkere, met bos en struweel besloten entree langzaam kennis te laten maken met het kunstwerk, waar licht, openheid en weidsheid centraal staan.

Omdat in 2017 het 40 jaar geleden is dat het Observatorium is opgericht, is dit een jubileumjaar. Samen met verschillende betrokken organisaties streven wij ernaar het Observatorium bij een breed publiek onder de aandacht te brengen als uniek landschapskunstwerk.

Hebt u vragen of wilt u reageren? Mail dan naar info@flevolandschap.nl

In 2016 is het beheerplan voor de Casteleynsplas vastgesteld.

De Casteleynsplas is een middelgroot natuurgebied. Het ligt midden in de Noordoostpolder, als stapsteen en spin in het web langs verschillende verbindingszones. Het gebied ligt tegen de Wellerwaard aan en is de natuurlijke tegenhanger van dit recreatieve gebied.

Kenmerkend voor het gebied is de grote plas, die wordt omzoomd door een vrij dichte boszoom, met aan de westrand een afwisseling met struweel en bloemrijke ruigte. Het indrukwekkende landschap van de Casteleynsplas is haar belangrijkste waarde. Het contrast tussen het landschap van buitenaf en het landschap van binnenin zorgt voor een interessant spanningsveld. Van buitenaf is het gebied recht, hoekig en hoog, kunstmatig, besloten en dicht. Van binnen is het landschap natuurlijk, golvend, weids, glooiend, open en omsloten. Het landschap is goed te beleven vanaf de aantrekkelijke, rondgaande wandelroute.

De komende zes jaar richten we ons op een betere samenwerking met en het beter faciliteren van de gebruikers en bezoekers van het terrein. Het gebied is een unieke duiklocatie en een bijzondere vislocatie, maar ook de natuurliefhebber kan hier zijn hart ophalen.

Samen met landschap en recreatie krijgt natuur alle ruimte om zich verder te ontwikkelen. De uitzonderlijk goede waterkwaliteit en de gevarieerde boszoom bieden leefruimte aan verschillende (bijzondere) flora- en faunasoorten. Met het ouder worden van het bos, maar ook door vlindervriendelijker beheer uit te voeren, kan dit nog beter worden.

Hebt u vragen of wilt u reageren? Mail dan naar info@flevolandschap.nl.

In 2015 is het beheerplan voor de Kamperhoek vastgesteld.

De Kamperhoek is een middelgroot natuurgebied. Het ligt op een bijzondere plek in het meest noordelijke puntje van Oostelijk Flevoland. Het ligt daardoor in een zeer belangrijke trekroute voor vogels, maar ook voor vleermuizen en insecten. Het is het eerste “natuurbouw”gebied van Nederland.

Het gebied bestaat uit moeras, bos en grasland. Het gebied is zeer belangrijk voor trekvogels, moerasvogels, libellen en een aantal zeldzame vlindersoorten. Het beheer zal zich de komende jaren vooral richten op een goed en meer natuurlijk waterbeheer. Voldoende schoon water voor het moeras is daarbij essentieel. Een natuurlijker peil in het bos en het grasland is daarvoor noodzakelijk en draagt bij aan een nog beter leefgebied voor vogels en libellen. Het grasland en een deel van het bos zal begraasd gaan worden wat zal zorgen voor veel meer natuurlijke variatie.

De geschiedenis van de Kamperhoek is een opvallend onderdeel in de periode van de Zuiderzeewerken en in de geschiedenis van het Natuurbeheer in Nederland. De Kamperhoek is vooral een interessant gebied voor de in natuur en/of geschiedenis geïnteresseerde bezoeker. Verbeterde informatievoorziening en de aanleg van een kijkscherm bij de grootste oeverzwaluwkolonie van Nederland maken het gebied nog aantrekkelijker.

Hebt u vragen of wilt u reageren? Mail dan naar info@flevolandschap.nl.

In 2015 is het beheerplan voor het Wilgenreservaat vastgesteld.

Het Wilgenreservaat is een middelgroot natuurgebied. Het ligt midden in Flevoland, langs de Vogelweg en aan de Knardijk. Het is ontstaan toen vlak na het droogvallen van Zuidelijk Flevoland miljoenen wilgen ontkiemden op de modderige vlakten. Deze wilgen zijn elders in de polder intensief bestreden maar mochten op deze plek blijven staan, vandaar de naam Wilgenreservaat. Het gebied is inmiddels bijna vijftig jaar oud. In al die tijd heeft het gebied zich ongestoord kunnen ontwikkelen en is er vrijwel geen beheer uitgevoerd. Het bestaat nu uit rietruigte, wilgenstruweel en wilgenbos. Vanaf het begin was er veel wetenschappelijke aandacht voor het gebied. Sinds 1995 is een groot deel van het gebied een officieel Bosreservaat.

In het gebied komen onder andere veel bijzondere mossen voor. In mei zingt de nachtegaal in spectaculair hoge aantallen. Het beheer is erop gericht om de natuurlijke ontwikkeling van het gebied zoveel mogelijk haar gang te laten gaan. Dat betekent zoveel mogelijk niets doen.

Daarnaast wil het Flevo-landschap bezoekers deze bijzondere Flevolandse “Rimboe” laten ervaren. Dat houdt onder andere een goede informatievoorziening en avontuurlijke paadjes in. De ingang bij de Knardijk is een van de beste locaties in Flevoland om het verhaal van de Zuiderzeewerken en de ontginning van Flevoland te kunnen vertellen en laten zien.

Hebt u vragen of wilt u reageren? Mail dan naar info@flevolandschap.nl.

In 2015 is het beheerplan voor het Natuurpark Lelystad vastgesteld.

Het Natuurpark Lelystad (365 ha)  is in de jaren ’70 van de vorige eeuw aangelegd als natuurrijk recreatiegebied voor de inwoners van Lelystad. Nog steeds is het gebied erg in trek bij recreanten met ruim 160.000 bezoekers per jaar. Ook speelt het gebied een rol in fok- en herintroductieprogramma’s van bedreigde diersoorten als het Przewalskipaard, het Pater Davidshert, de wisent en de Europese otter.

De meeste bezoekers komen om de gehouden dieren te observeren onder zo natuurlijk mogelijke leefomstandigheden maar ook om te wandelen of fietsen door het bijna 40 jaar oude parklandschap.

Behalve de gehouden dieren komen ook zeldzame diersoorten voor zoals  bever, boommarter, kerkuil, raaf, ijsvogel, wielewaal, zomertortel en kwartelkoning.

De flora van het Natuurpark vertoont een gunstige ontwikkeling, met name in de delen die als grasland(berm) worden beheerd. Hier komen steeds grotere aantallen rietorchis, brede wespenorchis en fraai duizendguldenkruid voor.

Binnen de dierverblijven zijn de dieren met hun graas- en wroetgedrag de landschaps-vormers. Er ontstaan structuurrijke mozaïekvegetaties met bos, struweel, ruigte en open grasland. Het ontstane landschapsbeeld is aantrekkelijk voor de bezoeker die zich in een Afrikaanse savanne of Amerikaanse prairie waant.

In het nieuwe beheerplan is de gewenste ontwikkeling van het Natuurpark beschreven. De hoogste prioriteiten liggen bij het behoud en zo mogelijk verdere ontwikkeling van de recreatieve voorzieningen en het behoud van het prachtige parklandschap. Hierbij is bewust het blik op de omgeving van het Natuurpark gericht. Het Natuurpark krijgt er een extra functie bij: de uitvalsbasis om wandelend of fietsend de andere terreinen van Het Flevo-landschap in dit deel van Oosteliijk Flevoland, te verkennen.

In vervolg op het beheerplan zal er nieuw beleid worden ontwikkeld voor de gehouden diersoorten. Hierin zullen specifieke onderwerpen zoals afschot, bijvoederen, voorkomen inteelt, terreindraagkracht, vetinaire zaken en de vraag naar fokdieren, nader uitgewerkt worden.

Heeft u vragen over het plan? Mail deze dan naar info@flevolandschap.nl

In 2014 is het beheerplan voor het Winkelse Zand vastgesteld. Het Winkelse Zand is een klein (6 ha) maar toch tamelijk belangrijk natuurgebied in de Zuidlob. Het gebied functioneert als ecologische stapsteen voor flora en fauna.

De naam zegt het al, het gebied is ontstaan uit een voormalig zanddepot, midden in de polder. Toen de belangstelling voor het zand wegviel, is het terrein als natuurgebied ingericht. Er zijn poelen aangelegd en struweel aangeplant. Het gehele gebied wordt gedurende een groot deel van het jaar extensief begraasd met runderen.

De zandstorten en –vergravingen hebben voor een gevarieerd terreinbeeld gezorgd. Kleine bosjes, struweel, ruigte, grazige stukjes en open water wisselen elkaar af. Vogelsoorten van struweel zoals nachtegaal, roodborstapuit en spotvogel, voelen zich hier thuis.

Hoewel er in dit gebied geen wegen en paden liggen, kunt u hier fijne korte wandelingen maken. U zult er –behalve de runderen – haast niemand tegenkomen.
In 2015 worden het toegangshek en de bebording bij de ingang verbeterd.

Heeft u vragen of wilt u reageren? Mail dan naar info@flevolandschap.nl

In 2015 is het beheerplan voor het Gruttoveld vastgesteld. Het Gruttoveld is een 58 hectare groot natuurgebied gelegen in de Zuidlob van Flevoland. Het bestaat uit twee delen: het weidevogelgebied Gruttoveld en de landschappelijke strook langs de hoofdwatergang Rassenbeektocht. De Rassenbeektochtstrook loopt langs het Gruttoveld en is begroeid met ruigte, struweel en kleine bosjes. Deze strook is een ecologische verbinding tussen het natuurgebied Gorzenveld en het Hulkesteinse Bos.
Het weidevogelgebied Gruttoveld is voortgekomen uit het oorspronkelijke plan voor een ‘Ganzengouw’ tegenover het grote weidevogelgebied Eemland. Het Gruttoveld wordt in het voorjaar bewoond door broedvogels zoals grutto, tureluur en kievit. De Rassenbeektocht-strook is aantrekkelijk voor vogelsoorten zoals nachtegaal, grasmus en kleine karekiet.

De belangrijkste maatregel voor de komende jaren is het tegengaan van de verdroging van het Gruttoveld door middel van het herstellen van de waterhuishouding.

De Rassenbeektochtstrook is vrij toegankelijk. Vanaf de Rassenbeektochtstrook kan de bezoeker het – vanwege de rust voor de vogels – niet toegankelijke weidevogelgebied wel heel mooi overzien.

In 2015 is het beheerplan voor het Gorzenveld vastgesteld. Het Gorzenveld is een klein moerasgebied gelegen in de Zuidlob van Flevoland. Het is een soort cultuurhistorisch relict, overgebleven uit de ontginningsgeschiedenis van Flevoland. Het is kort na het droogvallen van Zuidelijk Flevoland aangelegd als gebied om rietbestrijdingsmethoden te kunnen testen. Riet was namelijk massaal ingezaaid om de verdamping en bodemvorming te bevorderen. Maar om daarna het land te kunnen ontginnen moest het weer bestreden worden. In het Gorzenveld werden allerlei methoden (mechanisch, chemisch, natuurlijk) uitgetest. Toen het daarvoor niet meer nodig was is het een natuurgebied geworden. Er ontstonden echter nieuwe technische uitdagingen. Nu niet om riet te bestrijden maar om riet te behouden. Voldoende water is daarbij het grootste probleem. Omdat de bodem in de omgeving harder daalt dan in het Gorzenveld, wordt het steeds lastiger om water aan te voeren.
De komende jaren zal er gewerkt worden aan herstel van het waterbeheersysteem waarbij verlies van water wordt beperkt en er efficiënter water kan worden aangevoerd. De bruine kiekendief, symbool van Flevoland, broedt nog in het gebied. Het is de verwachting dat na uitvoering van de maatregelen ook bijvoorbeeld de roerdomp en de snor zich er weer thuis voelen.

Omdat het gebied klein is en de kiekendieven erg gevoelig zijn voor verstoring is het Gorzenveld niet vrij toegankelijk. Het gebied, inclusief kiekendieven, is vanaf de weg wel goed te bekijken. Op termijn zal ook een plekje worden gecreëerd waar de bezoeker of passant even uit kan rusten en wat te weten komen over het Gorzenveld en haar unieke ontstaansgeschiedenis.

In 2016 is het beheerplan voor de Tochtstroken Zuidelijk Flevoland vastgesteld.

Dit gebied bestaat uit twee langgerekte natuurstroken, langs twee tochten, in Zuidelijk Flevoland. Daarnaast horen Landschapskunstwerk Aardzee van Piet Slegers en akkerreservaat De Paddenpoelen bij dit gebied.

De Tochtstroken zijn de belangrijkste ecologische verbindingen in dit agrarische centrale deel van Zuidelijk Flevoland. Daarnaast zijn ze een belangrijk onderdeel van het karakteristieke open landschap hier. De Paddenpoelen is een klein, maar rijk, akkervogel­reservaat. Aardzee is het grootste Land Art kunstwerk van Nederland. Het verbeeldt de geschiedenis van Flevoland. Aardzee is een van de plekken in Flevoland die men gezien moet hebben.

De komende jaren zullen er op Aardzee enkele werkzaamheden worden uitgevoerd. Deze zijn gebaseerd op de wensen en ideeën van Piet Slegers en zorgen ervoor dat het kunstwerk beter beleefd kan worden. De parkeerplaats van Aardzee (goed bereikbaar aan de Vogelweg) zal een flinke opknapbeurt krijgen.

Het beheer van de Roerdomp- en Lepelaartochtstrook zal gericht zijn op behoud van de ecologische en landschappelijke waarden. In de Paddenpoelen zullen akkervogels en muizeneters jaarrond een rijk gedekte dis aantreffen. Heeft u vragen of wilt u reageren? Mail dan naar info@flevolandschap.nl.

Volg onze website voor de ontwikkelingen, abonneer u op onze gratis digitale nieuwsbrief of wordt donateur!

In 2016 is het beheerplan voor de Landschappelijke Beplantingen Noordoostpolder vastgesteld. Dit beheerplan gaat over negen verschillende deelgebieden. De Strook A6 is veruit het grootste deelgebied. De andere deelgebieden zijn bosbeplantingen langs wegen en vaarten en kleine bosjes.
De Landschappelijke Beplantingen Noordoostpolder geven structuur aan de ruimte en dragen zo bij aan de beleefbaarheid van de polder. Naast hun landschappelijke functie vormen ze ook een belangrijk onderdeel van het ecologisch netwerk in de Noordoostpolder. Vogels, planten, vleermuizen, insecten en zeldzame dieren als otter en boommarter maken er gebruik van.

Het Monument voor de Noordoostpolder, ook wel “ketelhuisje“ genoemd is een van de drie kunstwerken die bij de grote toegangswegen van de polder staan. Dit kunstwerk staat in een van de Landschappelijke Beplantingen, het zogeheten Windvaanbosje. Een aantal beplantingen ligt vlak bij woonkernen als Emmeloord en Rutten. Dan kan er ook gewandeld worden.

Het beheer zal zich vooral richten op behoud van het landschap. Daarnaast op behoud van een aantal specifieke zaken in sommige beplantingen zoals de natte stapstenen in de Strook A6 of het laarzenpad in het Ruttense Vaartbos.

Hebt u vragen of wilt u reageren? Mail dan naar info@flevolandschap.nl.

Voormalig zanddepot met een grote natuurlijke variatie, ontstaan door hoogteverschillen, wisselende waterstanden en kalkrijke grond. ’t Zand A72 bestaat uit kruidenrijk grasland, riet / ruigte en natuurbos en wordt omringd door biologisch-dynamische landbouwbedrijven die profiteren van de insectenrijkdom.

Kavelnummer

De naam ’t Zand A72 verwijst naar de verkaveling van Flevoland. Na de drooglegging werd de polder ingedeeld in secties en elke sectie in ruim honderd kavels. Iedere kavel kreeg een letter (sectie) en een cijfer (kavel). De nummering stond op plankaarten en op bordjes op de hoeken van de kavels. De polderwerkers konden zo elke plek in het uitgestrekte kale gebied snel vinden. Nu ligt kavel ’t Zand A72, een voormalig zanddepot, temidden van biologisch-dynamische landbouwbedrijven. Het is een belangrijk brongebied van sluipwespen, roofwantsen, roofmijten en andere voor de landbouw nuttige insecten.

Jungle in de polder

Terecht heeft ’t Zand A72 de bestemming natuurgebied gekregen. Sinds het staken van de zandwinning en –berging heeft de natuur bezit van ’t Zand genomen. Na dertig jaar is een bijna ondoordringbaar ‘jungle’bos ontstaan dat afgewisseld wordt met open plekken met riet, ruigte en struweel. De bezoeker kan deze groene weelde vanaf de, soms natte, paden bekijken. Door de variatie in hoogteligging en waterstand, gecombineerd met kalkrijk zand, groeien er bijzondere plantensoorten, met name in het grasland en langs de poeloevers. Voorbeelden zijn rode ogentroost, duizendguldenkruid, addertong en moerasmelkdistel. Ook staan er orchideeën, zoals brede wespenorchis en rietorchis.

Nachtegaal

Behalve vlier en wilg zijn er struiken als rode kornoelje, zwarte bes, braam en framboos in ’t Zand ontkiemd. Het soortenrijke struweel trekt veel zangvogels, zoals tuinfluiter, zwartkop, putter, fitis en tjiftjaf. In het voorjaar is de welluidende zang van de nachtegaal te horen. Ook zoogdieren voelen zich thuis in het deels ruig begroeide gebied, bijvoorbeeld vos en ree.

Hebt u vragen of wilt u reageren? Mail dan naar info@flevolandschap.nl.

In 2017 is het beheerplan voor De Stichtse Putten vastgesteld.

De Stichtse Putten is een van de “poorten” van Flevoland en vanaf de A27 hebben passanten zicht op een mooi landschap met typisch Flevolandse natuur. Het is een gevarieerd natuurgebied, gelegen nabij de Stichtse Brug in Zuidelijk Flevoland; een belangrijk wetland- en bosgebied. Het vormt een verbinding tussen de randmeren en de waterrijke gebieden in Flevoland en het is een schakel in de reeks van bosgebieden in het Gooi, bij Almere en het Horsterwold. Middenin het gebied ligt van oudsher een modelvliegterrein. Het gebied is vooral belangrijk voor grote aantallen (rustende) aalscholvers, ganzen en eenden. Daarnaast broeden er een aantal zeldzame moerasvogels als roerdomp en bruine kiekendief.

De komende jaren wordt gewerkt aan het revitaliseren van het rietland en het herstel van een gevarieerd en structuurrijk bos, waar de essentaksterfte en een aantal (zomer)stormen behoorlijk hebben huis gehouden.

Hebt u vragen of wilt u reageren? Mail dan naar info@flevolandschap.nl

Steun ons werk

Bijna overal in Flevoland is wel een mooi natuurgebied in de buurt. Maar al dat moois is wel kwetsbaar. Onze boswachters zijn dagelijks in de weer om de natuur te beschermen en te behouden. Voor de financiering van ons werk zijn we afhankelijk van donaties. Help je mee?